Het was weer behoorlijk druk bij onze Belgische buren bij deze 32e editie van de Osterlauf. Uit alle windstreken komen er lopers om deel te nemen aan deze traditionele wedstrijd. Het heuvelachtige parcours door een mooi bosrijk landschap heeft toch een zekere aantrekkingskracht. Zelf ging ik met gemengde gevoelens aan de start, nadat ik twee weken geleden in Venlo de pijp aan Maarten heb moeten geven met hamstringklachten. Vandaag werd er dus met de rem erop gelopen. Na het oponthoud in de sporthal met koffie, maakten we ons gereed voor de wedstrijd. Als er iets twijfelachtig was vandaag, dan was het wel het weer. Nadat ik even had ingelopen, kwam ik er al snel achter dat ik te warm was gekleed. Dus onderlaagje maar meteen uit. Alleen de valse wind beviel me van geen kant. Dus maar snel naar de start en wachten op het startschot. Ik start ergens in de middenmoot en ga vooral niet te snel van start. Ik weet wat me te wachten staat en mijn hamstring kan erover meepraten. Als we eenmaal de stuwdam bij 7 km. zijn gepasseerd heb ik mijn tempo te pakken. Ik probeer vooral gematigd te lopen en niet te forceren. De laatste 2 kilometers staan immers bekend als echte kuitenbijters en ik wil deze keer beslist niet wandelen. Bij de laatste beklimming staat immers veel publiek dat ons aanmoedigt en wil je niet opvallen. Ook heeft Peter hier altijd zijn vaste positie als fotograaf, dus dan moet je wel. Als het tenslotte dan over de laatste 500 m. richting finish gaat, ben ik met de 1:14 uiteindelijk dan ook zeer tevreden.